Met een piepklein suzuki minibusje rijden we in de Indusvallei richting kloosters. De rijen chortens (soort witte stoepas) van allerlei grootte en de mani-muren steken fel af tegen de helblauwe hemel met dikke witte cumuluswolken. In de oude kloosters bevinden zich veelkleurige boeddhabeelden, sommigen van wel 12m hoog, die 2 verdiepingen in beslag nemen. In de donkere ruimte achter de beelden bevinden zich eeuwenoude fresco's die het leven van Boeddha voorstellen. Gelukkig hebben we steeds onze zaklampen bij. Pelgrims en trouwe volgelingen laten geld, witte sjaaltjes of eetbare offergaven achter. De belangrijkste zalen zijn steeds opgericht rond een binnenplaats met een bidmast. Binnen in de dukhang (bidplaats in Tibetaans monnikenklooster) heerst een duistere, ingetogen sfeer. Het ruikt er naar wierook en botervetlampen. Langs de muren staan vakjes met de heilige boeken die stuk voor stuk keurig zijn ingepakt in oranje stoffen. Achteraan staat de troon van de rimpoche (hoofd van de gemeenschap).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten