Noordelijk van Leh ligt de Nubra vallei. Om daar te geraken moeten we over de bekendste en hoogste pas van Ladakh (en de wereld). Het is de droom van elke Indische motorrijder om deze pas te doen. Wij doen 5u over de 125km met een gedeelde taxi. Het grootste deel van de weg is geasfalteerd. 25 km bovenaan is 'zeer' ruwe piste. Niet vreemd dat we daar een aantal verroeste vrachtwagens in de afgrond zien liggen. De chauffeur zoekt de minst hobbelige route maar toch schudt hij onze maag en longen op een andere plaats. 9 hoofden gaan heftig heen en weer. We blijven met onze 4x4 in gletcherwater steken, gelukkig is er genoeg mankracht om te duwen. We staan stil bij een buldozer die rotsblokken van de weg baggert. We zien heel wat werkers (werksters) van Bihar en Nepal rotsblokken in kleine stenen kloppen voor waarschijnlijk een verdienste van een paar roepis. Hun tentenkampen staan op zeker 4500m hoogte. We stoppen boven 15min voor de nodige foto's. Je voelt dat de lucht ijl is. Dan beginnen we aan de lange afdaling.
vrijdag 31 juli 2015
dinsdag 28 juli 2015
Dalai Lama in Choglamsar.
De Dalai Lama is gisteren (27-07) toegekomen op de luchthaven van Leh. We hebben het grote terrein in Choglamsar (wel nog leeg) gezien waar hij de volgende dagen lezingen gaat geven.
Met een permit van een week in de hand vertrekken we morgen 29-07 naar Nubra valley.
En nu hopen dat we onze berichten krijgen doorgestuurd. Internet is rampzalig hier in Ladakh. Het aantal 'powercuts' per dag is ontelbaar. 's Avonds is het vaak een aan en uitspelletje. Men schakelt lawaaierige generatoren aan, als de elektriciteit weer terug is, schakelt men uit. Tevergeefs want daarna herhaalt zich weer alles.
Kloosters van Chemrey, Thikse en Shey.
Met een piepklein suzuki minibusje rijden we in de Indusvallei richting kloosters. De rijen chortens (soort witte stoepas) van allerlei grootte en de mani-muren steken fel af tegen de helblauwe hemel met dikke witte cumuluswolken. In de oude kloosters bevinden zich veelkleurige boeddhabeelden, sommigen van wel 12m hoog, die 2 verdiepingen in beslag nemen. In de donkere ruimte achter de beelden bevinden zich eeuwenoude fresco's die het leven van Boeddha voorstellen. Gelukkig hebben we steeds onze zaklampen bij. Pelgrims en trouwe volgelingen laten geld, witte sjaaltjes of eetbare offergaven achter. De belangrijkste zalen zijn steeds opgericht rond een binnenplaats met een bidmast. Binnen in de dukhang (bidplaats in Tibetaans monnikenklooster) heerst een duistere, ingetogen sfeer. Het ruikt er naar wierook en botervetlampen. Langs de muren staan vakjes met de heilige boeken die stuk voor stuk keurig zijn ingepakt in oranje stoffen. Achteraan staat de troon van de rimpoche (hoofd van de gemeenschap).
Festival in Tak-Thok.
Onderweg zien we heel wat mensen te voet richting festival trekken. Als we tussen de opgelijnde souvenier standjes doorlopen zien we een nieuw klooster. De monniken dansen in prachtige kostuums. Op de achtergrond horen we het geluid van de grote, lange hoornen, het schallen van de cimbalen en eentonig gezang. Hoewel we niet helemaal meezijn met de betekenis van alle bewegingen doet het toch wat met je.
Leh
In en rond Leh is er veel te doen. We nemen ons de eerste dagen niet meer dan één bezienswaardigheid per dag voor zodat we tijd hebben om goed te aclimatiseren. Ons guesthouse ligt in een rustige buurt aan de voet van de helling naar Leh palace en het klooster. Op 7min wandelen van main market.
Om de conditie op peil te houden, lopen we de 550 trappen omhoog naar Shanti stoepa.
We maken een ruwe planning van wat we in de streek willen zien en laten ons beraden door enkele van de talrijke toeristenagentschappen.
Zo hebben we ook al een vlucht geboekt terug naar Delhi.
Bus naar Leh, Ladakh.
"Come back tomorrow, road is still closed!" Vier dagen op rij proberen we aan een busticket te geraken. In de buurt van Sonamarg hebben een aantal 'landslides' de weg versperd. Als men ons verzekert dat de weg 's anderendaags open is, staan we 's morgens om 5u op. Om 6u30 staan we aan te schuiven. De normale onduidelijkheid houdt ons nog een paar uurtjes zoet. Uiteindelijk kunnen we mee met een soort postbus, zitten in de cabine van de chauffeur met nog 3 andere mensen. Om 9u vertrekken we. Anderhalf uur later en 10 km verder houdt de politie alle verkeer tegen. Hier staan we weer voor 4 u aan de kant. Als om half 3 's namiddags een signaal komt om te vertrekken, volgt de gewoonlijke chaos op de straat zodat alles stop zit omdat men zich tegenzijdig blokkeert. Het lukt ons door te rijden tot half 7 's avonds en dan is het weer voor een paar uur gedaan. Als het donker wordt hebben we dus al 50 km van de 400 km gedaan. Normaal zouden we halverwege in Kargil overnachten maar dit worden 2 lange dagen in de bus. Het komt altijd anders dan je denkt, tijd genoeg om met de andere reizigers van de bus contacten te leggen.
Om 9u 's avonds gaat de reis verder, voor de hele nacht en de volgende dag. De chauffeur maakt slechts een aantal stops van max. 2u en kruipt dan telkens in zijn slaapzak. De weg zou zeer spectaculair zijn overdag maar ik geloof dat het maar beter was dat we in de duisternis niet de diepe afgronden zagen. National highway nr.1 was getransfomeerd naar een rotsige piste. Stapvoets reed de bus over elke steen, soms schudde ze zo lelijk heen en weer dat onze hartslag danig de hoogte inschoot. Op die momenten hoopten we vurig dat we op het pad bleven en liefst zonder tegenliggers. Wat werd het soms koud en tochtig in de bus. Het duurde even vooraleer ik door had dat bij elke bubbel het raam verder open schoof.
De morgenstond heeft goud in de mond... Waaaw wat een ongelooflijke landschappen zien we wanneer de bus zich bij zonsopgang omhoog werkt naar passen over 4000m. We zijn in de droge zone aangekomen en vangen de eerst glimpen op van Ladakhi dorpjes met kloosters op de top van rotsachtige heuvels en huizen die zich uitstrekken als een klaterende waterval onder het klooster. Het goen van de brede Indusvallei komt dichter, we zijn in Leh (3600m hoogte).
dinsdag 21 juli 2015
Houseboat op het Dal lake.
We genieten van de rust midden in het meer op een 'houseboat'. Weg van het getoeter, weg van de drukte van de stad. We voelen ons als maharaja's en worden op onze wenken bediend. De eigenaars zijn lieve mensen en wonen in hun eigen boot. In het gastenboek zien we brieven van meer dan 100 jaar geleden. De boot heeft dus al een lange familiegeschiedenis. Voor de Engelsen was het in de 19e eeuw verboden om grond te kopen in Kashmir. Toch wilden ze genieten van een aangenaam vakantieverblijf en bouwden ze boten met platte bodems die ze versierden met prachtig uitgewerkt houtsnijwerk.
Veel meerbewoners zijn afhankelijk van toerisme of verkopen groenten en bloemen die ze gekweekt hebben op de eilandjes en smalle stroken grond die hier en daar boven het wateroppervlak uitsteken. De bladeren van de waterlelies worden uitgetrokken en gebundeld als voedsel voor de dieren. Rondvadende marktkramers komen aan boord als je bloemen, drank, juwelen, sjaals of zelfs geld wisselen wil.
Janne en Tim varen constant rond met hun eigen kano, ze hebben de roei- en stuurtechniek volledig onder controle. Zij houden zich bezig met verzamelen van blikjes, chipszakken en ander rondzwervend vuil dat, door nonchallante (Indische) toeristen, in het water beland wanneer die shikara-rondritten doen. Onze eigenaar verzamelt alles wat ze meebrengen in een grote witte zak en vertelt dat het vuil regelmatig wordt afgehaald.
Als we naar de stad willen, peddelen we met de shikara (kano met bootsman) langs de drijvende winkeltjes.
In de mogoltuinen is het omwille van het einde van de ramadan enorm druk. We laten Soenke het ellebogenwerk doen om tickets te bemachtigen. Niet normaal wat een gedring!!!
In de oude stad bezoeken we de Jama Masjid met zijn 372 cederzuilen elk uit 1 enkel stuk hout gemaakt.
We laten Kashmir nu achter ons en zullen het volgende traject naar Leh weer in 2 dagen doen met overnachting in Kargil.