vrijdag 4 oktober 2013

de lange weg naar sajama

Hoog tijd weer iets nieuws te zien. Met de nachtbus gaat het ten noord-westen van Bolivie, richting Sajama national park, vlak aan de Chileense grens.

Eens terug op de Altiplano is het bitter koud. Zoals iedere nacht vriest het. In de bus zonder verwarming moeten wij al onze warme Alpaca spullen aandoen. Het zal nog lang wachten zijn tot zonsopgang.

Om vier uur 's morgens stopt de chauffeur -voor de eerste keer na zeven uur rijden- in een klein dorpje. Er wordt kaas en heet water voor thee verkocht. In het schemerlicht gaan de reizigers gewoon links en rechts van de weg hun behoeften doen.

Eindelijk komt de zon op en wordt het iets warmer. Aangekomen in Oruro stappen wij meteen op een andere bus. Nog eens twee uren rijden. Stof dringt geregeld binnen langs ramen en deuren. Buiten is geen enkel groen te bespeuren. Reuze bouwmachines langs de weg lijken wel een competitie aan te gaan voor de meeste pikzwarte damp. Met een derde minibus gaat het nog eens drie uur verder. Het laatste stuk gaat over hobbelige piste.

En dan zijn we eindelijk aan onze bestemming. Vulkaan Sajama, met zijn 6542m de hoogste berg van het land. Het landschap eromheen is indrukwekkend. Eindeloze zandduinen met stekelige kleine struikjes.

We verblijven op 4250m hoogte in het gelijknamige dorpje met zijn 150 inwoners. Voornamelijk zijn er traditionele 'mudbrick' huizen. Geen asfalt hier, alleen zand. 's nachts kijken wij in absolute stilte naar de fantastische zuidelijke sterrenhemel.

Alhoewel de omgeving met zijn enorme winden en temperatuur schommelingen zeer desolaat lijkt, zien we de volgende dagen veel dieren. Llamas, flamingos, water- en zelf struisvogels. We maken lange wandelingen. Springen over kleine riviertjes en zwemmen in warmwaterbronnen. Als culinair hoogtepunt serveren Tim en Janne eieren, gekookt in het borrelend hete water van de geisers.

S.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten